top of page

DE DONJON: GESCHIEDENIS VAN EEN GESCHIEDENIS

[longread: een beetje lang verhaal om de gang van zaken rond de donjonbouw in Nijmegen te schetsen - verder delen mag]

 

Nu het plot weer eens aan het thickenen is en het Nijmeegse Donjonverhaal finaal uit gaat lopen op een tragedie of komedie, valt mij op dat er toch nog tal van mensen zijn die ofwel later aangehaakt hebben, ofwel de voorgeschiedenis niet hebben gevolgd of gewoon geloofden dat die nieuwbouwtoren er toch niet zou komen in een driewerf beschermd stadspark. Veel mensen, kortom, hebben het verhaal niet compleet. Vandaar dat ik de zaken nogeens vanaf het begin (globaal) op een rij zet.

​

Het hoort tot de lokale folklore in Nijmegen dat eens in de tien, twintig jaar een groep inwoners ineens, na het zien van wat plaatjes, het idee opvat dat de eind achttiende eeuw gesloopt Valkhofburcht een nieuwe kans verdient. De fameuze plaatselijke architect Charles Estourgie was zo iemand die zelfs droomde van de bouw van een complete burcht en enkele decennia nadien - midden jaren negentig - kwam het zelfs tot een stadsraadpleging om draagvlak voor het bouwen van het hele gebouw te peilen. De vraagstelling van die raadpleging was echter zo ingewikkeld en de uitslag zo multi-interpretabel dat het ding uiteindelijk roemloos verdween.

 

Anders was dat met een nieuwe poging, die gekoppeld werd aan de gemeenteraadsverkiezingen in 2006. Dat referendum maakte al een rare start, want toenmalig staatssecretaris van OC en W Medy van der Laan sprak zich al vóór het referendum, per brief aan het Nijmeegse college, expliciet uit tegen bouwplannen en gaf duidelijk aan dat het referendum geen wettelijke grond had. Op basis van advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg concludeerde ze ‘dat herbouw van een donjon op het Valkhof strijdig is met de cultuurhistorische betekenis van het park en geen bijdrage levert aan een ontwikkeling die vanuit oogpunt van cultuurhistorie gewenst is.’ Van der Laan beriep zich op de driedubbel beschermde status van het terrein - als bodemarchief, als park en als stadsgezicht. Ook zij wees dus in 2006 al op de landschappelijke waarde van het park in zijn huidige staat.

 

Niettemin werd het referendum doorgezet. Met bijna dertigduizend stemmen tegen en ruim veertigduizend stemmen vóór bleek een meerderheid van de stemmers te hebben gestemd voor ‘herbouw’, zoals het misleidend genoemd werd. PC Hootfprijswinnaar en hoogleraar Kees Fens wijdde daags na het referendum in ‘de Volkskrant’ een cynisch stukje aan de uitslag:

 

‘De Haringpakkerstoren weer opbouwen, het openmaken van de grachten - het zijn nog eenvoudige dwaasheden vergeleken bij de onzin die in Nijmegen dreigt. Zo'n twintig jaar geleden, herinner ik me, verzocht een heel verfijnde geest van de Nijmeegse Universiteit mij iets te zeggen of schrijven tegen de geplande wederopbouw van de donjon van het middeleeuwse Valkhof. Er was niet tegen te schrijven. Iedereen die geen smaak had, was er voor. En naar dinsdag in een referendum bleek, heeft 60 procent van de Nijmeegse bevolking - zo weldadig rood, zo klein van geest - geen smaak, geen enkel historisch begrip ook, geen enkel respect voor het werk van de tijd. Die donjon moet er weer komen, over een leegte van eeuwen en eeuwen heen. Bij de opgeblazen tentoonstelling van het kleinste in de kunst, de miniatuur, had men al een replica van de donjon neergezet. Het was hondsbrutaal. De glorie van de schitterende overblijfselen - de kerk en een kapelrestant - werd weggedrukt, met ordinair geweld.’

​

Bij het referendum waren drie randvoorwaarden geformuleerd:

1. De gemeente steekt geen geld in herbouw van de Donjon.
2. De bouw lijkt zoveel mogelijk op het origineel met gebruik van 'authentiek' materiaal.
3. De Donjon wordt openbaar toegankelijk voor een breed publiek.

 

Met alle drie de randvoorwaarden wordt nog steeds geschermd door de voorstanders van de bouw, maar met alledrie is intussen gemarchandeerd.

Zo heeft de gemeente intussen wel degelijk geld begroot ten behoeve van de Donjon, onder meer plankosten (250 000 €, zoals goedgekeurd in de raadsvergadering van mei 2012) en inzet van het ambtelijk apparaat. Ook het begrip ‘openbaar toegankelijk’ bleek al heel snel rekbaar, en iets héél anders dan ‘vrij toegankelijk’. Een restaurant met drie Michelinsterren was immers ook ‘openbaar toegankelijk’?

 

En ook de eis van oorspronkelijkheid (interessant zijn natuurlijk de aanhalingstekens rond ‘authentiek’ al bij voorbaat) bleek, wat iedereen met enig verstand van zaken kon voorspellen, onhaalbaar. Het nog steeds gebruikte woord ‘herbouw’ is volstrekt misplaatst: bouwen in het park wordt een nepconstructie die hooguit bij benadering op de ‘authentieke’ toren zal lijken. Want wat is authentiek? De toren anno 1156? Anno 1678? De donjon zoals die in 1797, ten tijde van de sloop was, was al een product van eeuwen bouwontwikkeling. En waar baseren we ons op? Er bestaat geen grondplan van de burcht en er zijn geen twee afbeeldingen te vinden van de Valkhofburcht (van verschillende kunstenaarshand door de eeuwen) die identiek zijn. Alleen het aantal en soort raampjes (schietgaten) in de Donjon verschilt per illustrator!

 

Geen twee bewaarde tekeningen zijn hetzelfde (dat ziet elke leek) , maar zijn gemaakt onder invloed van achtergrond en tijdsgewricht van de betrokken kunstenaar (kijk naar de prachtige Jan van Goyen in Het Valkhof: daar is de Donjon met burcht de compositorische kroon op een opklimmend landschap: zeer fraai gecomponeerd, maar het heeft allemaal weinig met de werkelijke verhoudingen te maken).

 

De onmogelijkheid om een authentieke toren neer te zetten werd ook de oorspronkelijk door de vastgoedjongens aangezochte architect Kees Tak gaandeweg steeds duidelijker. Hij werd dan ook rücksichtslos aan de kant gezet door de donjonbouwers. Tak voelde zich in eer en goede naam aangetast, toen hij zomaar werd vervangen door architectenbureau Van Roosmalen en Van Gessel. Hij vroeg om eerherstel en waarschuwde meteen voor 'historische missers' , maar de gemeente Nijmegen weigerde in gesprek te gaan met de beledigde architect, die jaren had gewerkt aan de voorbereiding van de bouw van de Donjon. In ‘De Gelderlander’ van 21 september 2013 vond Heine van Nieuwenhuize van Stichting Donjon het bovendien chique om nog wat extra modder te gooien naar hun voormalig toparchitect.

 

Enter Van Roosmalen en Van Gessel, met zo heel hun eigen insteek in het authenticiteit-vraagstuk:

‘De opdracht is de donjon zo snel mogelijk te herbouwen. We gaan iets maken, waarvan we niet weten hoe het was. (...) De bovenkant van de donjon is op oude prenten en schilderijen zichtbaar. Maar over de binnenkant en onderkant van de donjon is weinig bekend. (...) De historische toren had geen entree, was ontoegankelijk, terwijl het nu juist mensen moet lokken. Het moet bovendien een leerzame functie krijgen. Hoe vertalen we dat in een gebouw dat het gevoel moet geven dat je in een robuuste, historische toren zit?’ (Gelderlander 9 maart 2013).

Begin 2014 formuleerde het architectenduo het inmiddels als ‘Er komt een toren te staan met een authentieke uitstraling. Maar het bouwwerk voldoet tegelijk aan de modernste bouweisen (...)’.

​

Niks authentieks dus, in die nieuwste plannen die nu, anno 2017, voorliggen. Uitstraling, dat is het hoogst haalbare. En hiermee is dus ook de derde randvoorwaarde van het referendum (dat intusen 11 jaar en bijna drie raadsperiodes oud is) is met voeten getreden.

Een argument dat voorstanders van de nieuwbouw regelmatig gebruiken, is dat het hier gaat om een gevoeld gemis van de gemiddelde Nijmegenaar. En dan valt algauw de vergelijking met de indrukwekkende herbouw (daar wél) zoals in Dresden, of dichter bij huis de Sint-Stevenstoren. Dat onze eigen grote toren na het bombardement direct herbouwd is (en ook dat is dus hér-bouw in tegenstelling tot de donjon-fantasieën) was omdat die toren er de dag voordien nog stond en voor alle Nijmegenaren een ijkpunt was. Die Donjon heeft de opa van mijn opa (letterlijk) al niet meer zien staan. Niemand anno 2017 ‘mist’ de Donjon - dit is louter invented tradition.

​

Los nog van het zelden gemelde feit dat Nijmeegse burgers tot en met eind 18e eeuw natuurlijk óók geen Donjon hebben zien staan: die hebben een van alle kanten massief burchtcomplex gezien met middenin de bovenkant van een dikke toren.

De Donjon neerzetten is zoiets als na totale sloop van de Stevenskerk achteraf besluiten om alleen de toren opnieuw neer te zetten midden in een leeg grasveld.

​

Als één ding door de jaren heen de activisten voor de bouw van een donjon heeft getypeerd is het wel een totaal gebrek aan visie en intrinsieke belangstelling voor historische context en vraagstukken rond restauratie, herstel en voortgang.

​

Ze hadden bijvoorbeeld kennis kunnen nemen van de visie van historica Sandra Langereis in haar boek ‘Breken met het verleden’. Zij stelt zich op het standpunt dat de burcht (en dus de donjon) een fase was van de vele tientallen eeuwen lange bebouwing en gebruik van de Valkhofheuvel. Zij interpreteert de sloop van de burcht, eind achttiende eeuw, als opnieuw overgangsfase in de staat van de Valkhofheuvel, naar weer een nieuwe uiterlijke vorm, namelijk die van romantisch landschapspark. Zij stelt vast:

‘Het is niet overdreven te stellen dat de Valkhofheuvel als achttiende-eeuwse parklocatie niet alleen in nationaal, maar ook in internationaal vergelijkend perspectief over buitengewone natuurlijke, historische en architectonische kwaliteiten beschikte.’

Het was, na de sloop van de burcht, de gedroomde plek voor de fameuze landschapsarchitect Zocher om een romantisch wandelpark te maken met Europese allure, dat gelegen was op een schitterende locatie en - anders dan andere contemporaine romantiserende parken - bestaande authentieke ruïne-onderdelen kon inpassen.

​

Hier raken we aan een nogal belangrijke, maar totnogtoe steevast onderbelichte kwestie inzake de Valkhofheuvel. Het is dus niet zo - wat nogal wat mensen schijnen te denken - dat de burcht gesloopt werd, het puin verkocht en afgevoerd en dat voorts wat rondharkende Melkertbaners van de Nijmeegse plantsoenendienst anno 1800 er willekeurig wat heen en weer geschoffeld hebben om er her en der a volonté wat boompjes en struiken te poten. Nee, het park dat ontstond heeft zijn eigen historische waarde en verdient het - ook in de huidige deplorabele staat - als zodanig

gerespecteerd te worden.

 

Maar de donjonbouwers boeit dat soort zaken niet: die willen koste wat kost een grote toren. Gaat het niet naar de zin van de vastgoedjongens dan vervangen ze probleemloos een gerenommeerd architect. Of voelen ze zich in het nauw gedreven, door bij voorbeeld een Gelderlander-artikel van wetenschappers van de Radboud Universiteit, dan liegt Heine van de Nieuwenhuize ronduit in de krant dat de professoren geen gesprek met hem willen voeren. Terwijl niemand van hen ooit een verzoek van Van de Nieuwenhuize voor een gesprek ontvangen heeft.

​

Er moet namelijk een toren komen. Boeit niet wie dat dingen uitbaten. Museum Het Valkhof? Prima! Radboud Universiteit? Prima! Bierbrouwer? Prima! Geen museum, universiteit of brouwer? Ook prima! Als die toren er maar komt.

Mijzelf - maar dit even terzijde - heeft het totale gebrek aan inhoudelijke visie nog het meest gefrappeerd, toen een aantal jaren geleden het Nationaal Historisch Museum op de agenda stond en het hele project in Arnhem op de rand van instorten. Als ik nou toch Donjonbouwer was geweest, had ik met beide handen de kans aangegrepen om in deze voor een werkelijk compleet open goal liggende bal (historisch museum / historische locatie/ bouwplannen / politieke impasse - do the maths) er in te tikken. Zoniet de donjondrammers: die waren te druk bezig met het plannen van hun eigen torentje om de echte kansen te zien...

​

De schimmige besluitvorming en beleidsgang kwam al ter sprake. Die begon dus met de waarschuwing vooraf van de staatssecretaris en heeft zich sindsdien gekenmerkt door ondoorzichtig gefrummel, met als voorlopig eindspel dat de gemeente anno 2017 elk feitelijk toezicht en beheer over een centraal punt in onze stad blindelings uit handen heeft gegeven aan een financier van wie we nog altijd niet weten wie het is - en die werkelijk alles of iedereen kan zijn vanaf de Chinese financier van ADO tot aan Kim Holland die hier een opnamestudio gaat realiseren). De gemeente heeft regelmatig alle gangbare regels laten lopen of opgerekt - tot en met het (op zichzelf al schandalige) feit dat de officiële bouwaanvraag niet compleet was op de deadline 31 december 2016 - en dus niet ontvankelijk - maar dat de wethouder Velthuis (van oorsprong kunsthistoricus en archeoloog - of beter gezegd: ‘kunsthistoricus’en ‘archeoloog’) daar eigenmachtig dispensatie voor gaf, zo vertelde een kuchende man in regenjas mij deze week.

 

De (trieste) slotsom.

- Allereerst natuurlijk het gemeentepolitiek twijfelachtige proces. Als je lang genoeg dramt, politieke contacten bewerkt en wappert met (mogelijke!) financiële middelen dan kun je in Nijmegen dus - met goedvinden van de gemeentepolitiek - absolute zeggenschap krijgen op een centraal gelegen perceel, dat je ondanks driedubbel beschermde monumentale status vrij ter beschikking krijgt. (En intussen als politici maar klagen over wegsijpelende vertrouwen van de burger in de politiek...)

- Met de bouw van een nieuwe toren wordt het archeologisch bodemarchief - dat tot dusverre zelfs letterlijk beschermd werd tegen elke spade die erin gezet dreigde te worden - onherstelbaar verstoord.

- De nieuwe toren heeft niets te maken met ‘authenticiteit’ of het ‘collectief geheugen’ van de Nijmegenaar. Het park waar ik als lagere-scholier in de jaren zeventig naartoe ging herinner ik me vooral vanwege de fascinerende muziekkapel - die ergens de afgelopen decennia geruisloos verdween: zo’n park ontwikkelt zich. Voorwaarts, niet achterwaarts.

​

Maar we zijn overgeleverd aan vastgoedjongens die hoe dan ook een nieuwbouwtoren in ons stadspark willen neerzetten. Ik heb de afgelopen jaren regelmatig moeten denken aan het collaborerende stamhoofd uit het Asterix-album ‘De kampioen’: die wilde hoe dan ook meedoen met de Romeinen, en dus moest er een Romeins aquaduct in zijn dorpje komen.

‘Maar chef,’ werpt een van zijn mannen tegen, ‘de beek loop midden door het dorp..’
‘Dan verleggen jullie de beek maar’, antwoordt de leider, ‘ik wil een aquaduct! Dat staat Gallo-Romaans.’

 

We krijgen een donjon.
Dat staat Gallo-Romaans.

 

Jos Joosten

23 maart 2017

bottom of page